ECLI:NL:CRVB:2012:BW8113

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/974 ZW + 10/975 ZW + 10/976 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Ch. van Voorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na nieuwe beslissing op bezwaar

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.L.G.M. van Gemert, had hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad had eerder, op 25 januari 2012, het Uwv opgedragen om een gebrek in de bestreden besluiten te herstellen. Op 7 maart 2012 heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen. Appellant heeft vervolgens aangegeven zich met deze nieuwe beslissing te kunnen verenigen en verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten.

Aangezien er tussen partijen geen inhoudelijk geschil meer bestond, heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De Raad heeft daarbij ook overwogen dat appellant geen verzoek om vergoeding van bezwaarkosten had gedaan tijdens de bezwaarprocedure, waardoor deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen.

De uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst, in tegenwoordigheid van A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen als griffier. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.518,-- voor verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep, en heeft bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 735,-- vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 juni 2012.

Uitspraak

10/974 ZW + 10/975 ZW + 10/976 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 31 december 2009, 08/5677, 08/5696 en 08/5697 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant], gevestigd te [vestigingsplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 13 juni 2012
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. B.L.G.M. van Gemert, advocaat, hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft bij tussenuitspraak van 25 januari 2012 het Uwv opgedragen het gebrek in de bestreden besluiten te herstellen.
Het Uwv heeft op 7 maart 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 19 maart 2012 is namens appellant verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
OVERWEGINGEN
Met de nieuwe beslissing op bezwaar van 7 maart 2012 heeft het Uwv opnieuw op het bezwaar van appellant beslist. Appellant heeft de Raad bericht dat hij zich met de nieuwe beslissing op bezwaar van 7 maart 2012 kan verenigen en verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten.
Nu er tussen partijen geen door de Raad te beslechten inhoudelijk geschil meer bestaat, moet het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De Raad ziet aanleiding om op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht het Uwv te veroordelen in de proceskosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 644,--,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 874,-- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, in totaal
€ 1.518,--.
In artikel 7:15, tweede en derde lid, van de Awb is bepaald dat de kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken door het bestuursorgaan bij herroeping van een bestreden besluit op verzoek van de belanghebbende worden vergoed als het verzoek daartoe is gedaan voordat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist. Omdat appellant hangende de bezwaarprocedure geen verzoek om vergoeding van de bezwaarkosten heeft gedaan, komen die kosten niet voor vergoeding in aanmerking.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep:
-verklaart het hoger beroep niet ontvankelijk,
-veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.518,--,
-bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 735,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst, in tegenwoordigheid van A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2012.
(get.) Ch. van Voorst
(get.) A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen
TM