ECLI:NL:CRVB:2012:BW8043
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2012 uitspraak gedaan op het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De Raad had eerder, op 16 december 2011, het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant stelde in zijn verzetschrift dat hij het aangetekend verzonden afschrift van de aangevallen uitspraak niet had ontvangen, omdat dit retour was gekomen als 'non-réclamé'. Hij voerde aan dat er tijdens de vakantieperiode met invalkrachten werd gewerkt bij de Franse posterijen, wat mogelijk tot problemen had geleid.
De Raad overwoog dat, volgens vaste rechtspraak, bij aangetekende verzending aan het juiste adres in beginsel wordt aangenomen dat het stuk de geadresseerde heeft bereikt. Het lag op de weg van appellant om feiten aan te voeren die de ontvangst van de post in twijfel trokken. De door appellant aangevoerde omstandigheden werden als onvoldoende beschouwd, aangezien de mededeling van de Franse posterijen van algemene aard was en niet specifiek betrekking had op de postbezorging aan appellant.
Daarom verklaarde de Raad het verzet ongegrond. Tevens werd opgemerkt dat het College voor zorgverzekeringen op 30 augustus 2011 opnieuw had beslist op het bezwaar van appellant, en dat dit besluit deel uitmaakt van het geding in hoger beroep. De Raad heeft ambtshalve kennisgenomen van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 juni 2012, waarbij de rechtbank het beroepschrift van appellant ten onrechte niet had doorgezonden aan de Raad. Partijen zouden op korte termijn nader bericht ontvangen van de Raad. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.