ECLI:NL:CRVB:2012:BW7771
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 juni 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 26 oktober 2011. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante had verzocht om betaling in termijnen, maar de Raad ontving geen schriftelijk verzoek van de gemachtigde van appellante. De gemachtigde voerde aan dat appellante de brief van de Raad van 19 augustus 2011 niet had ontvangen, omdat zij op vakantie was. De Raad oordeelde echter dat het de verantwoordelijkheid van appellante was om ervoor te zorgen dat belangrijke poststukken tijdens haar afwezigheid werden afgehandeld. De Raad stelde vast dat de aangetekende brief retour was ontvangen met de mededeling 'niet afgehaald' en dat een tweede verzending per gewone post niet was geretourneerd, wat erop wijst dat deze appellante heeft bereikt. De Raad concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest en verklaarde het verzet ongegrond. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.