ECLI:NL:CRVB:2012:BW7546
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering vrijlating particuliere oudedagsvoorziening voor alleenstaande in het kader van de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een alleenstaande appellante die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De appellante ontving naast haar bijstandsuitkering ook pensioeninkomsten van haar ex-partner. Het college van burgemeester en wethouders van Zutphen had eerder besloten om de pensioeninkomsten van appellante niet te indexeren en weigerde de vrijlating van een particuliere oudedagsvoorziening voor de appellante, omdat zij nog niet de leeftijd van 65 jaar had bereikt. Dit besluit was een herhaling van een eerder genomen besluit uit 2006.
De rechtbank Zutphen verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college niet-ontvankelijk, omdat het bestreden besluit niet gericht was op een zelfstandig rechtsgevolg. Appellante ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt, omdat het slechts een herhaling was van een eerder besluit zonder dat er relevante wijzigingen waren opgetreden in de situatie van appellante.
De Raad benadrukte dat de rechtmatigheid van een eerder genomen besluit niet bij elke betaling opnieuw aan de orde kan worden gesteld, zolang er geen wijzigingen zijn in de periodieke betalingen. De uitspraak bevestigde dat de rechtbank terecht het beroep van appellante niet-ontvankelijk had verklaard en dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.