ECLI:NL:CRVB:2012:BW7175

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-1707 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring wegens overschrijding van de beroepstermijn

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De niet-ontvankelijkverklaring was eerder uitgesproken op 4 oktober 2011, omdat de gronden van het hoger beroep niet tijdig waren ingediend. De termijn voor het indienen van deze gronden eindigde op 4 juli 2011, maar de gemachtigde van appellant heeft deze gronden pas op 5 juli 2011 ingediend, wat na de gestelde termijn was.

Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M. el Ahmadi, heeft verzet aangetekend tegen de uitspraak van 4 oktober 2011. Tijdens de zitting op 16 april 2012 is het verzet behandeld. Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal is niet verschenen. De Raad heeft overwogen dat de gronden van het hoger beroep niet binnen de gestelde termijn zijn ingediend en dat er geen reden is om te oordelen dat de gemachtigde van appellant niet in verzuim is geweest.

De Raad concludeert dat de gemachtigde zich kennelijk in de datum heeft vergist en dat de argumenten in het verzet niet leiden tot de conclusie dat de eerdere uitspraak onjuist was. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.

Uitspraak

11/1707 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 27 januari 2011, 10/392 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal (college)
Datum uitspraak 29 mei 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 4 oktober 2011 heeft de Raad het door mr. M. el Ahmadi, advocaat, namens appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 4 oktober 2011 heeft mr. el Ahmadi namens appellant verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 16 april 2012. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. el Ahmadi. Het college is met voorafgaand bericht niet verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 4 oktober 2011 berust op de overwegingen dat de gronden van het hoger beroep niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 6 juni 2011 gestelde (laatste) termijn van vier weken zijn ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat (de gemachtigde van) appellant niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat de gronden van het hoger beroep zijn ingediend bij faxbericht van 5 juli 2011. Dat is na het verstrijken van de termijn, die eindigde op 4 juli 2012.
Hetgeen de gemachtigde van appellant in verzet heeft aangevoerd leidt niet tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 4 oktober 2011 onjuist is. De Raad kan niet anders dan concluderen dat de gemachtigde van appellant zich - kennelijk - in de datum heeft vergist.
Het verzet is ongegrond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 mei 2012.
(get.) T.G.M. Simons
(get.) D.W.M. Kaldenhoven
IvR