ECLI:NL:CRVB:2012:BW7063
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 19 augustus 2011, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil over het niet betalen van het griffierecht door appellante, die in Turkije woont. De Raad had appellante eerder in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, maar dit is niet gebeurd. Appellante heeft wel aangegeven problemen te hebben met de betaling, waaronder een onjuist IBAN-nummer. Ondanks haar verzoek om de juiste bankgegevens te ontvangen, heeft de Raad hier niet op gereageerd. Tijdens de zitting op 16 april 2012 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante het griffierecht niet heeft betaald, ondanks meerdere aanmaningen. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien om proceskosten toe te kennen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.