ECLI:NL:CRVB:2012:BW4476
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen bijzondere bijstand voor inrichtingskosten en dubbele huur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 mei 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante die bijzondere bijstand had aangevraagd voor inrichtingskosten, dubbele huur en administratiekosten na haar verhuizing van Rotterdam naar Schiedam. De aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van Schiedam afgewezen, omdat de appellante niet had aangetoond dat de verhuizing en de daaruit voortvloeiende kosten noodzakelijk waren. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van de appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellante op 1 december 2009 is verhuisd en op 22 maart 2010 aanvragen heeft ingediend voor bijzondere bijstand. Het college heeft deze aanvragen op 25 juni 2010 afgewezen, omdat de kosten niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. In het bestreden besluit van 24 november 2010 heeft het college de bezwaren ongegrond verklaard, waarbij het stelde dat de noodzaak van de verhuizing niet met objectieve gegevens was onderbouwd.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat voor toekenning van bijzondere bijstand moet worden beoordeeld of de kosten zich voordoen, of ze noodzakelijk zijn en of ze voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De appellante had aangevoerd dat de spanningen met de buren en de slechte staat van haar woning in Rotterdam de verhuizing noodzakelijk maakten, maar deze stellingen waren niet met objectieve gegevens onderbouwd. Hierdoor kon de Raad niet concluderen dat de kosten als noodzakelijke kosten in de zin van de wet konden worden aangemerkt.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het college terecht geen bijzondere bijstand heeft verleend aan de appellante, omdat zij niet had aangetoond dat de kosten noodzakelijk waren. Het hoger beroep van de appellante is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd.