ECLI:NL:CRVB:2012:BV9953
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAO-V
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de uitspraak van de Raad van 2 september 2011. Appellant had verzet aangetekend omdat hij van mening was dat zijn hogerberoepschrift tijdig was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat de griffier van de rechtbank Amsterdam op 14 april 2011 een afschrift van de aangevallen uitspraak naar een onjuist postbusnummer heeft verzonden. Hierdoor is de datum van verzending van de aangevallen uitspraak niet de datum van de eerste verzending, maar de datum van de tweede verzending op 6 juni 2011, die appellant wel heeft bereikt. Dit leidde tot de conclusie dat het hogerberoepschrift tijdig was ingediend.
De Raad heeft overwogen dat de eerdere uitspraak van 2 september 2011, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, berustte op een onjuiste veronderstelling over de verzending van de uitspraak. Aangezien de Raad nu heeft vastgesteld dat de tweede verzending correct is verlopen, moet het verzet gegrond worden verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen kosten van appellant vastgesteld die voor een veroordeling in de proceskosten in aanmerking komen.
De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2012.