ECLI:NL:CRVB:2012:BV8979

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-7113 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad. Appellant had verzet aangetekend tegen de uitspraak van 29 juli 2011, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden. De laatste dag waarop appellant tijdig een verzetschrift kon indienen was 9 september 2011, maar het ingediende verzetschrift was gedateerd op 19 september 2011 en werd pas op 29 september 2011 ontvangen. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden.

Appellant heeft in een brief van 31 oktober 2011 aangegeven dat hij door zijn gezondheidstoestand niet in staat was om tijdig een verzetschrift in te dienen. De Raad heeft echter geen medische stukken ontvangen die deze claim onderbouwen. De Raad heeft ook geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat appellant niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de Raad besloten het verzet niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2012.

Uitspraak

10/7113 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2010, 10/1995 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 27 februari 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 29 juli 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 29 juli 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 januari 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De laatste dag waarop tijdig een verzetschrift kon worden ingediend, was 9 september 2011. Het door appellant ingediende verzetschrift is gedateerd 19 september 2011 en is op 29 september 2011 bij de Raad ontvangen. De termijn voor het indienen van een verzetschrift is aldus overschreden.
Bij brief van 13 oktober 2011 heeft de Raad bij appellant geïnformeerd naar de reden van de termijnoverschrijding. Bij brief van 31 oktober 2011 heeft appellant geantwoord dat hij in verband met zijn gezondheidstoestand niet in staat is geweest om tijdig een verzetschrift in te dienen.
De Raad stelt vast dat appellant geen medische stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij gedurende de gehele verzetstermijn buiten staat is geweest een verzetschrift in te (laten) dienen. Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest, moet het verzet daarom
niet-ontvankelijk worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
IvR
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare l’ opposition contre la présente décision interjeté non-recevable.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 27 février 2012.