ECLI:NL:CRVB:2012:BV8972
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaard hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 5 augustus 2011, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, wonende in Marokko, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2011. De Raad had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het griffierecht niet tijdig was betaald, aangezien het bedrag niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven. Appellant voerde in zijn verzetschrift aan dat hij het griffierecht wel had betaald, maar de Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die rechtvaardigden dat appellant niet in verzuim was. Het griffierecht was pas op 23 juni 2011 ontvangen, wat buiten de gestelde termijn viel. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en besloot dat het te laat betaalde griffierecht van € 112,- aan appellant zou worden terugbetaald. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.