ECLI:NL:CRVB:2012:BV8909

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-1097 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep ongegrond verklaard

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 december 2010. Appellant had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep, dat eerder op 29 juli 2011 door de Raad was uitgesproken. De Raad had geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 7 februari 2011 was en het hogerberoepschrift pas op 15 februari 2011 was ontvangen. Appellant stelde dat hij de aangevallen uitspraak te laat had ontvangen en dat hij door ziekte niet in staat was geweest om eerder te reageren. Echter, de Raad constateerde dat appellant geen bewijs had geleverd voor zijn stellingen en dat hij geen verklaring had gegeven voor de late verzending van zijn hogerberoepschrift. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier D.W.M. Kaldenhoven aanwezig.

Uitspraak

11/1097 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 december 2010, 10/2027 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 27 februari 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 29 juli 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 29 juli 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 januari 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 29 juli 2011 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 7 februari 2011. Het hogerberoepschrift is gedateerd 28 januari 2011. De enveloppe waarin het is verzonden, draagt het poststempel 7 februari 2011. Het hogerberoepschrift is op 15 februari 2011 bij de Raad ontvangen.
Op grond van artikel 6:9, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is een per post verzonden beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
In dit geval is het hogerberoepschrift op de laatste dag van de termijn ter post bezorgd en later dan een week na afloop van de termijn ontvangen. Het hogerberoepschrift is dus niet tijdig ingediend.
In het verzetschrift heeft appellant - wederom - aangevoerd dat hij de aangevallen uitspraak te laat heeft ontvangen en dat hij vanwege ziekte niet in staat is geweest om zijn hogerberoepschrift eerder in te dienen.
De Raad stelt vast dat appellant - ook - in verzet geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij de aangevallen uitspraak later heeft ontvangen of dat hij om medische redenen niet in staat is geweest om eerder te reageren. Appellant heeft geen verklaring gegeven voor het feit dat hij zijn op 28 januari 2011 gedateerde hogerberoepschrift eerst op 7 februari 2011 ter post heeft bezorgd.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 27 février 2012.