ECLI:NL:CRVB:2012:BV8902
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van het verzet in sociale zekerheidsrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het kader van een verzet tegen een eerdere uitspraak. Appellant, wonende in Marokko, had verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van 5 augustus 2011, waarin zijn hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had op 14 april 2011 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/1725.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals aangegeven in een aangetekende brief van 10 oktober 2011, geen gronden van verzet heeft ingediend. Ook na het verstrijken van deze termijn zijn er geen gronden ingediend. De Raad heeft geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat het niet indienen van de gronden appellant niet kan worden verweten.
Hierdoor heeft de Raad besloten het verzet niet-ontvankelijk te verklaren. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2012.