als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 december 2010, 10/1342 (hierna: aangevallen uitspraak),
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 27 februari 2012
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van
19 september 2011 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 19 september 2011 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 januari 2012, waar partijen met voorafgaand bericht niet zijn verschenen.
De uitspraak van de Raad van 19 september 2011 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 23 maart 2011 gestelde (laatste) termijn van twaalf weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het griffierecht niet is betaald.
In het verzetschrift heeft appellante verklaard dat zij bereid is om het verschuldigde griffierecht alsnog te voldoen en heeft zij verzocht om toezending van een nieuwe acceptgirokaart.
De Raad oordeelt dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 19 september 2011 onjuist is. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om appellante een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
De Centrale Raad van Beroep;
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2012.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
Déclare le recours non fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 27 Février 2012.