ECLI:NL:CRVB:2012:BV8540

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-224 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 19 september 2011. Appellante had verzet aangetekend omdat het griffierecht niet was betaald binnen de gestelde termijn. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is voldaan en dat appellante geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de eerdere uitspraak zouden kunnen weerleggen. De Raad oordeelt dat het wettelijke stelsel geen ruimte biedt voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht. Hierdoor is het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten van het verzet.

Uitspraak

11/224 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 december 2010, 10/1342 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 27 februari 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van
19 september 2011 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 19 september 2011 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 januari 2012, waar partijen met voorafgaand bericht niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 19 september 2011 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 23 maart 2011 gestelde (laatste) termijn van twaalf weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het griffierecht niet is betaald.
In het verzetschrift heeft appellante verklaard dat zij bereid is om het verschuldigde griffierecht alsnog te voldoen en heeft zij verzocht om toezending van een nieuwe acceptgirokaart.
De Raad oordeelt dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 19 september 2011 onjuist is. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om appellante een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
JL
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 27 Février 2012.