ECLI:NL:CRVB:2012:BV8534
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 mei 2011. Appellant had verzet aangetekend omdat hij van mening was dat het griffierecht niet tijdig was betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht inderdaad niet was betaald binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in de aangetekend verzonden brief van 17 maart 2011. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij geprobeerd heeft het griffierecht te betalen, maar dat hij geen verstand heeft van betalingen. De Raad oordeelt echter dat appellant geen geldige reden heeft aangevoerd voor het verzuim en dat hij de hulp van derden had kunnen inschakelen om tijdig te betalen. De Raad concludeert dat het verzet ongegrond is en verklaart dit dan ook. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.