ECLI:NL:CRVB:2012:BV8524

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2111 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdigheid van het indienen van een hogerberoepschrift in sociale zekerheidszaken

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 1 juli 2011. De zaak betreft de tijdigheid van het indienen van een hogerberoepschrift in een sociale zekerheidskwestie. Appellante had een hogerberoepschrift ingediend tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2011, maar het hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend. De laatste dag waarop het hogerberoepschrift kon worden ingediend was 25 maart 2011, terwijl het hogerberoepschrift gedateerd was op 17 maart 2011 en het poststempel op de enveloppe 1 april 2011 aangaf. Het hogerberoepschrift werd pas op 7 april 2011 door de Raad ontvangen.

De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het hogerberoepschrift op een eerdere datum ter post is bezorgd. De enkele verklaring van appellante dat zij het hogerberoepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd, werd niet als voldoende bewijs beschouwd. Tijdens de zitting van 16 januari 2012 waren partijen niet verschenen, en de Raad heeft het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak benadrukt het belang van de tijdige indiening van processtukken en de rol van het poststempel als bewijs voor de datum van verzending. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.

Uitspraak

11/2111 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2011, 10/4423 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 27 februari 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 1 juli 2011 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 1 juli 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 januari 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 1 juli 2011 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend. De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 25 maart 2011. Het hogerberoepschrift is gedateerd 17 maart 2011. De enveloppe waarin het is verzonden, draagt het poststempel 1 april 2011. Het hogerberoepschrift is op 7 april 2011 bij de Raad ontvangen.
In het verzetschrift heeft appellante aangevoerd dat zij het hogerberoepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd.
Volgens vaste rechtspraak (ook) van de Raad wordt bij de vaststelling van de dag waarop een brief ter post is bezorgd, uitgegaan van het op de enveloppe geplaatste poststempel, tenzij de afzender aannemelijk maakt dat de brief op een eerdere datum ter post is bezorgd. De enkele verklaring van appellante dat het hogerberoepschrift binnen de termijn is ingediend, is daarvoor niet toereikend.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
TM
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons, en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 27 février 2012.