ECLI:NL:CRVB:2012:BV8520
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Appellant had verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van 22 juli 2011, waarin werd geoordeeld dat het griffierecht niet tijdig was betaald. De Raad had vastgesteld dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Appellant heeft in zijn verzetschrift verklaard dat hij van mening is dat het griffierecht binnen de gestelde termijn is betaald, maar heeft deze stelling niet met bewijsstukken onderbouwd. De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er in de financiële administratie geen betaling van appellant is aangetroffen en dat het griffierecht voor het instellen van hoger beroep afzonderlijk dient te worden betaald. Hierdoor kon niet worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim was geweest. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.