ECLI:NL:CRVB:2012:BV8513
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Appellant had in eerste instantie hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 maart 2011, maar dit beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant stelde dat hij het griffierecht wel had betaald, maar kon deze stelling niet onderbouwen met bewijsstukken. Tijdens de zitting op 16 januari 2012 waren de partijen, waaronder het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), niet verschenen. De Raad overwoog dat er in de financiële administratie geen bewijs van betaling was aangetroffen en dat appellant niet in verzuim kon worden geacht. Gezien het ontbreken van bewijs voor de betaling van het griffierecht, werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding om appellant te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is gedateerd op 27 februari 2012.