ECLI:NL:CRVB:2012:BV8449

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6591 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Appellant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 oktober 2009, maar dit was door de Raad op 16 maart 2010 niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft verzet aangetekend, stellende dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Hij voerde aan dat hij de uitspraak van de rechtbank pas op 3 november 2009 had ontvangen en dat hij op 8 december 2009 had geprobeerd het hogerberoepschrift te faxen, maar dat dit niet was gelukt door een storing van de faxapparatuur van de Raad.

De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hogerberoepschrift inderdaad te laat was ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 9 december 2009 was. De Raad heeft ook bevestigd dat er geen storing was op de faxapparatuur op de datum van indiening. Appellant heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gebracht die de eerdere uitspraak van 16 maart 2010 zouden kunnen ondermijnen. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. Tevens is appellant erop gewezen dat tegen deze uitspraak geen beroep in cassatie bij de Hoge Raad kan worden ingesteld.

Uitspraak

09/6591 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 oktober 2009, 09/2929 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen
Datum uitspraak: 9 maart 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 16 maart 2010 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 16 maart 2010 heeft appellant verzet gedaan.
Nadat op verzoek van appellant de zaak voor onbepaalde tijd was aangehouden, is het verzet ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 februari 2012. Partijen zijn niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 16 maart 2010 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het hogerberoepschrift te laat is ingediend. De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 9 december 2009. Het hogerberoepschrift is gedateerd 8 december 2009 en is op 10 december 2009 per fax bij de Raad ontvangen.
In het verzetschrift heeft appellant aangevoerd dat de uitspraak van de Raad van 16 maart 2010 onjuist is omdat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Appellant heeft daarbij, met verwijzing naar zijn hogerberoepschrift en naar zijn brief van 13 januari 2010, aangevoerd dat hij de aangevallen uitspraak eerst op 3 november 2009 heeft ontvangen en dat hij op
8 december 2009 heeft geprobeerd het hogerberoepschrift naar de Raad te faxen maar dat dit door een storing van de faxapparatuur van de Raad niet is gelukt.
De Raad stelt - andermaal - vast dat in de aangevallen uitspraak en in de begeleidende brief van de rechtbank Amsterdam duidelijk staat aangegeven dat partijen binnen zes weken na de datum van de verzending van de uitspraak hoger beroep kunnen instellen. Dat appellant de aangevallen uitspraak zes dagen na de verzending heeft ontvangen, brengt geen wijziging in de termijn. De Raad heeft verder in de uitspraak van 16 maart 2010 al vastgesteld dat de faxapparatuur van de Raad op 8 december 2009 geen storing heeft gehad. Appellant heeft aldus geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van 16 maart 2010 onjuist is.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
Ter voorlichting van appellant wijst de Raad er nog op dat tegen deze uitspraak geen beroep in cassatie bij de Hoge Raad kan worden ingesteld.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
JL