Uitspraak
11/1745 WSW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 28 januari 2011, 10/1012 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het Dagelijks Bestuur van de Diamant-groep (hierna: Diamant-groep)
Datum uitspraak: 5 maart 2012
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 september 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 27 september 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 13 februari 2012. Appellant is verschenen. De Diamant-groep is niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het in beroep bestreden besluit op bezwaar vernietigd en het in bezwaar bestreden primaire besluit herroepen. Bij het primaire besluit had de Diamant-groep de indicatie van appellant op grond van de Wet sociale werkvoorziening ingetrokken en de plaatsing op de wachtlijst beëindigd.
De uitspraak van de Raad van 27 september 2011 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
Hetgeen appellant in verzet heeft aangevoerd bevat geen - nieuwe - gezichtspunten die niet bij de uitspraak van de Raad van 27 september 2011 zijn betrokken. De Raad ziet geen grond voor een ander oordeel dan in die uitspraak is gegeven.
Het verzet moet ongegrond worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Ter zitting heeft appellant duidelijk gemaakt dat het hem erom gaat dat hij zo spoedig mogelijk weer aan het werk komt en dat hij van mening is dat de Diamant-groep zich aan zijn verantwoordelijkheid op dit punt onttrekt. Naar aanleiding daarvan heeft de Raad met appellant de mogelijkheid van mediation of een andere vorm van bemiddeling besproken. Appellant heeft verklaard daarvoor open te staan en daaraan graag te zullen meewerken. De Raad geeft daarom de Diamant-groep, dan wel de gemeente Tilburg, in overweging de mogelijkheden daartoe met appellant te verkennen.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
TM