ECLI:NL:CRVB:2012:BV3794
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H. Bolt
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling recht op tweevoudige kinderbijslag op basis van woonsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in Marokko woont. De appellant had tweevoudige kinderbijslag aangevraagd voor zijn kind [S.], geboren op 6 december 1989, die volgens de appellant uitwonend was in verband met zijn studie. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had echter vastgesteld dat [S.] niet op het door de appellant opgegeven adres woonachtig was, en had daarom het recht op kinderbijslag per het vierde kwartaal van 2006 beëindigd. De Svb baseerde haar beslissing op rapporten van de Attaché voor Sociale Zaken van de Nederlandse Ambassade in Marokko, waarin werd geconcludeerd dat er geen bewijs was dat [S.] op het opgegeven adres woonde.
De rechtbank Amsterdam had eerder de beslissing van de Svb bevestigd, waarna de appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 6 januari 2012 was de appellant niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. O.F.M. Vonk. De Raad overwoog dat de rapporten van de Attaché voldoende bewijs boden dat [S.] niet op het opgegeven adres woonde. De verklaringen van wijkhoofden en bewoners van het appartementengebouw waar [S.] zou wonen, ondersteunden deze conclusie. De Raad oordeelde dat de Svb op goede gronden had geconcludeerd dat de appellant geen recht had op tweevoudige kinderbijslag, omdat er geen ander (uitwonend) adres was aangetoond.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. De Raad achtte geen termen aanwezig om de kosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 februari 2012.