ECLI:NL:CRVB:2012:BV1780
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering na weigering medewerking aan huisbezoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die stelt alleenstaand te zijn, heeft geweigerd medewerking te verlenen aan een huisbezoek dat door het college was verzocht. Het college had twijfels over de juistheid van de opgave van appellant dat hij geen gezamenlijke huishouding voerde, wat aanleiding gaf tot het huisbezoek. De Raad oordeelt dat er redelijke grond was voor het huisbezoek en dat appellant verplicht was hieraan mee te werken. Appellant heeft tijdens het gesprek aangegeven zich niet goed te voelen, maar de Raad oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een zodanige geestelijke en lichamelijke toestand verkeerde dat medewerking aan het huisbezoek niet van hem kon worden gevergd. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand met ingang van 25 november 2010 in te trekken, omdat de medewerkingsverplichting was geschonden. De Raad concludeert dat het college niet hoefde af te zien van het uitoefenen van deze bevoegdheid, ondanks de door appellant aangevoerde argumenten.