ECLI:NL:CRVB:2012:BV0792

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/1897 AW + 11/2902 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.G. Treffers
  • J.Th. Wolleswinkel
  • W. van den Brink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van toelage voor werkzaamheden als praktijkcoach in het ambtenarenrecht

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2012, gaat het om de toekenning van een toelage aan een ambtenaar die als praktijkcoach werkzaam was. De appellant, de Korpsbeheerder van de politieregio Limburg-Zuid, had eerder een verzoek van de betrokkene om functieonderhoud afgewezen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de appellant vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft aangenomen dat de afwijzing van het verzoek om functieonderhoud rechtmatig was. De Raad stelt vast dat de appellant niet in redelijkheid tot afwijzing van het verzoek heeft kunnen besluiten en dat er aanleiding is om de betrokkene een toelage toe te kennen voor de werkzaamheden als praktijkcoach. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van de appellant van 23 juli 2010, en draagt de appellant op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen in het bestuursrecht, vooral in het ambtenarenrecht, waar functieonderhoud en de toekenning van toelagen aan de orde zijn.

Uitspraak

11/1897 AW
11/2902 AW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
de Korpsbeheerder van de politieregio Limburg-Zuid (appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 11 februari 2011, 10/1389
(aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[betrokkene], wonende te [woonplaats], (betrokkene)
en
appellant
Datum uitspraak: 5 januari 2012
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft appellant op 2 mei 2011 een nieuw besluit op bezwaar genomen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2011. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.M. Haagmans. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. W.J. Dammingh, advocaat.
II. OVERWEGINGEN
1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Betrokkene is werkzaam als medewerker basispolitiezorg bij de politieregio Limburg-Zuid (politieregio), aan welke functie salarisschaal 7 is verbonden. Naast onder deze functie vallende werkzaamheden voerde betrokkene sedert 2007 werkzaamheden uit als praktijkcoach voor de opleiding PO 2002, die haar ook waren opgedragen. De functie van praktijkcoach is binnen de politieregio beschreven en gewaardeerd op salarisschaal 8 maar niet in de personeelsformatie opgenomen.
1.2. Bij besluit van 23 juni 2009 heeft appellant afgewezen het verzoek van betrokkene om functieonderhoud in de vorm van opneming van de werkzaamheden als praktijkcoach in de beschrijving van haar functie. Bij besluit van 23 oktober 2009 heeft appellant na door betrokkene gemaakt bezwaar het besluit van 23 juni 2009 gehandhaafd.
In verband hiermee heeft appellant bij besluit van 8 december 2009 op grond van de hardheidsclausule van artikel 7 van het Besluit functieonderhoud politie onder analoge toepassing van artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie voor de werkzaamheden als praktijkcoach aan betrokkene een bepaalde waarnemingstoelage toegekend over de periode van 26 januari 2008 tot 21 maart 2009. Bij besluit van eveneens 8 december 2009 heeft appellant aan betrokkene een toelage toegekend over de periode van 16 mei 2009 tot 1 augustus 2009. Alleen tegen het eerstgenoemde besluit van 8 december 2009 heeft betrokkene bezwaar gemaakt. Bij besluit van 23 juli 2010 heeft appellant dit bezwaar ongegrond verklaard.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van betrokkene tegen het besluit van 23 juli 2010 gegrond verklaard en dit besluit vernietigd voor zover geen waarnemingstoelage is toegekend over de periode van 1 augustus 2007 tot 26 januari 2008. De rechtbank heeft appellant daarbij opgedragen een nieuw besluit op het bezwaar van betrokkene te nemen met inachtneming van die uitspraak en bepalingen over vergoeding van proceskosten en griffierecht toegevoegd.
3. De Raad overweegt het volgende.
3.1. Bij uitspraak van 5 januari 2012, 10/5022 AW, 10/5023 AW en 10/5024 AW, heeft de Raad, beslissende op een onder andere door betrokkene ingesteld hoger beroep, het onder 1.2 vermelde besluit van 23 oktober 2009 vernietigd. De Raad heeft daarbij als zijn oordeel gegeven dat appellant bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot afwijzing van het onder 1.2 omschreven verzoek om functieonderhoud door aanpassing van de functie van betrokkene heeft kunnen besluiten.
3.2. De rechtbank is er bij de aangevallen uitspraak en appellant is er bij zijn besluit van 23 juli 2010 evenwel van uitgegaan dat de afwijzing van het verzoek om functieonderhoud van betrokkene rechtmatig was en dat er daarom aanleiding bestond tot het toekennen van een toelage voor de door betrokkene verrichte werkzaamheden als praktijkcoach. Nu dit uitgangspunt onjuist is komt de aangevallen uitspraak (deels) voor vernietiging in aanmerking, moet het besluit van 23 juli 2010 op het onderdeel van de toelage geheel worden vernietigd en zal appellant een nieuwe beslissing op het bezwaar van betrokkene dienen te nemen met inachtneming van deze uitspraak van de Raad.
4. Het voorgaande brengt mee dat aan het ter uitvoering van de aangevallen uitspraak genomen besluit van 2 mei 2011, dat de Raad op de voet van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in dit geding mede beoordeelt, de grondslag is komen te ontvallen, zodat dit besluit moet worden vernietigd.
5. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb inzake vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover daarbij het besluit van 23 juli 2010 deels is vernietigd en appellant is opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van die uitspraak;
Vernietigt het besluit van 23 juli 2010 voor zover dit ziet op de waarnemingstoelage;
Vernietigt het besluit van 2 mei 2011;
Draagt appellant op een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.G. Treffers als voorzitter en J.Th. Wolleswinkel en
W. van den Brink als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J. van Dam als griffier, uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2012.
(get.) J.G. Treffers.
(get.) J. van Dam.
NK