ECLI:NL:CRVB:2012:BV0746
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- I. Mos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vergoeding voor verhuizing en herinrichtingskosten onder de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 januari 2012 uitspraak gedaan over de afwijzing van een verzoek om vergoeding van verhuiskosten door appellant, die als burger-oorlogsslachtoffer is erkend. Appellant, geboren in 1936 in het voormalige Nederlands-Indië, had verzocht om vergoeding van kosten voor verhuizingen in 2002, 2005 en 2009. De Raad heeft vastgesteld dat de aanvragen voor de verhuizingen in 2002 en 2005 te laat zijn ingediend, wat in strijd is met de Regeling ingangsdatum voorzieningen Wubo. De Raad oordeelt dat aanvragen voor vergoedingen moeten zijn ingediend voor het einde van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt.
Daarnaast heeft de Raad overwogen dat de verhuizing naar Frankrijk in 2009 niet medisch noodzakelijk was. De hartklachten van appellant waren de reden voor deze verhuizing, en niet de psychische klachten die verband houden met zijn oorlogservaringen. De Raad concludeert dat de afwijzing van de vergoeding door verweerder terecht was, omdat er geen medische noodzaak of medisch-sociale wenselijkheid was aangetoond voor de verhuizing naar Frankrijk.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aanvragen en de noodzaak van medische onderbouwing voor vergoedingen onder de Wubo.