ECLI:NL:CRVB:2011:BU9993
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Wet WIA wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, die na twee auto-ongelukken in 2004 en 2005 nek- en rugklachten heeft, heeft zich ziek gemeld en verzocht om een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv heeft zijn aanvraag afgewezen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd.
In hoger beroep heeft appellant zijn medische klachten herhaald en aangevoerd dat de rechtbank niet op alle beroepsgronden is ingegaan. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaarverzekeringsarts de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) correct heeft opgesteld en dat de door appellant aangevoerde medische argumenten niet voldoende onderbouwd zijn.
De Raad heeft ook gekeken naar de psychische belastbaarheid van appellant en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor psychische beperkingen op de relevante datum. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv de aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er zijn geen proceskosten aan de orde gesteld.
De uitspraak is gedaan door T. Hoogenboom, met I.J. Penning als griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 december 2011.