ECLI:NL:CRVB:2011:BU9143
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift inzake sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 17 mei 2011. In die uitspraak werd het beroep van appellant tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant had geen medische stukken overgelegd die zouden aantonen dat hij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen. De laatste dag waarop het beroepschrift tijdig kon worden ingediend was 10 februari 2011, maar het beroepschrift werd pas op 11 februari 2011 verzonden en op 14 februari 2011 ontvangen door de Raad.
Tijdens de zitting van 28 november 2011, waar partijen niet verschenen, werd het verzet behandeld. De Raad oordeelde dat appellant in verzet geen nieuwe medische stukken had overgelegd en geen verklaring had gegeven voor het feit dat hij wel in staat was om een beroepschrift in te dienen één dag na het verstrijken van de termijn. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.