ECLI:NL:CRVB:2011:BU6805
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- T.G.M. Simons
- D.W.M. Kaldenhoven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2011 uitspraak gedaan over het verzet dat door appellante, vertegenwoordigd door W. Prins, was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 18 maart 2011. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellante tegen een eerdere beslissing niet-ontvankelijk verklaard. Het verzet werd behandeld tijdens een zitting op 28 november 2011, waar geen van de partijen aanwezig was.
De Raad heeft ambtshalve de ontvankelijkheid van het verzet beoordeeld. Het bleek dat appellante geen gronden van het verzet had ingediend binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in een aangetekende brief van 10 juni 2011. Ook na het verstrijken van deze termijn zijn er geen gronden ingediend. De Raad concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die konden verklaren waarom dit niet aan de gemachtigde van appellante kon worden verweten.
Op basis van deze overwegingen heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.