ECLI:NL:CRVB:2011:BU3793

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-6748 WUBO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift inzake sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 10 mei 2011. In die uitspraak werd het beroep van appellante tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste dag voor indiening was 7 december 2010, maar het beroepschrift werd pas op 13 december 2010 ter post bezorgd. Appellante stelde dat haar broer het beroepschrift had opgesteld en haar dit op 30 november 2010 had toegestuurd, maar dat deze brief haar niet had bereikt. Appellante had bij het postkantoor geïnformeerd, maar de brief was daar niet te vinden. Haar broer had vervolgens op 12 december 2010 een nieuw beroepschrift opgesteld en aan haar overhandigd.

De Raad oordeelde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. De broer had het beroepschrift niet aangetekend verzonden, wat voor risico van appellante kwam. De Raad kon niet vaststellen wanneer appellante bij het postkantoor had geïnformeerd. Als dit voor het verstrijken van de termijn was, had zij tijdig actie kunnen ondernemen, maar als dit na de termijn was, was zij te laat. De staking bij TNT Post in de eerste helft van december 2010 werd niet als reden voor de termijnoverschrijding geaccepteerd.

Uiteindelijk verklaarde de Raad het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op 4 november 2011.

Uitspraak

10/6748 WUBO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet in verband met het geding tussen:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 4 november 2011
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet van 10 mei 2011 heeft de Raad het beroep van appellante tegen het besluit van de rechtsvoorgangster van de Svb van 26 oktober 2010 niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 10 mei 2011 heeft appellante verzet gedaan.
Bij brief van 4 oktober 2011 heeft appellante de Raad bericht dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid op een zitting te worden gehoord.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 10 mei 2011 berust op de overwegingen dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een beroepschrift kon worden ingediend, was 7 december 2010. Vaststaat dat het beroepschrift op 13 december 2010 ter post is bezorgd. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is overschreden.
In het verzetschrift heeft appellante verklaard dat haar broer het beroepschrift heeft opgesteld en bij brief van 30 november 2010 aan haar heeft gezonden. Die brief heeft appellante niet bereikt. Appellante heeft bij het postkantoor geïnformeerd. Daar was de brief niet te vinden. Vervolgens heeft haar broer het beroepschrift op 12 december 2010 opnieuw opgesteld en aan appellante overhandigd. In de eerste helft van december 2010 heeft ook een staking bij TNT Post plaatsgevonden.
De Raad ziet hierin geen omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De broer van appellante heeft het beroepschrift niet bij aangetekende brief aan appellante gezonden. Die handelwijze komt voor risico van appellante. Niet duidelijk is geworden wanneer appellante bij het postkantoor heeft geïnformeerd. Indien dit voor het einde van de termijn was, had appellante nog tijdig maatregelen kunnen nemen maar heeft zij dit niet gedaan. Indien dit na het einde van de termijn was, heeft appellante te laat actie ondernomen. Dat TNT Post in de eerste helft van december 2010 enkele dagen heeft gestaakt, maakt niet dat het niet tijdig indienen van het beroepschrift niet aan appellante kan worden tegengeworpen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond moet worden verklaard.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 november 2011.
(get.) T.G.M.Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
KR