ECLI:NL:CRVB:2011:BU3361
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroepen en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Utrecht. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J. van Andel, had hoger beroep ingesteld tegen twee eerdere uitspraken van de rechtbank, gedateerd op 10 maart 2008 en 11 juli 2008. De Raad heeft vastgesteld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geheel tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant, wat heeft geleid tot de intrekking van de hoger beroepen.
De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellant in verband met de behandeling van de beroepen en hoger beroepen beoordeeld. Op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet, heeft de Raad het Uwv veroordeeld in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2737,--. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft de proceskosten verder gespecificeerd, waarbij de kosten voor verleende rechtsbijstand in de verschillende beroepen zijn begroot op respectievelijk € 644,--, € 966,-- en € 1127,--.
De uitspraak benadrukt het belang van de proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedures en de mogelijkheid voor appellanten om bij intrekking van hun beroep kosten te verhalen op het bestuursorgaan, indien deze aan de bezwaren van de indiener tegemoetkomen. De Raad heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten, omdat partijen hiermee instemden, en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.