ECLI:NL:CRVB:2011:BU3357

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-5793 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 4 februari 2011. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2010, waarin zijn verzoek om een uitkering op grond van de AOW werd afgewezen. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar het verzet werd behandeld op een zitting waar de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet aanwezig was.

De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift te laat was ingediend. De uiterste datum voor indiening was 18 maart 2011, terwijl het verzetschrift gedateerd was op 5 mei 2011 en pas op 9 juni 2011 was ontvangen. De Raad heeft appellant gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding, maar hierop is niet gereageerd. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Daarom heeft de Raad het verzet niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van processtukken en de gevolgen van termijnoverschrijdingen in bestuursrechtelijke procedures. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

10/5793 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2010, 09/4346 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 1 november 2011
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 4 februari 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 4 februari 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 27 september 2011, waar partijen, de Svb met voorafgaand bericht, niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 4 februari 2011 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 3 december 2010 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De laatste dag waarop tijdig een verzetschrift kon worden ingediend, was 18 maart 2011. Het door appellant ingediende verzetschrift is gedateerd 5 mei 2011 en is op 9 juni 2011 bij de Raad ontvangen. De termijn voor het indienen van een verzetschrift is dus - aanzienlijk - overschreden.
Bij brief van 24 juni 2011 heeft de Raad bij appellant geïnformeerd naar de reden van de termijnoverschrijding. Op die brief is niet gereageerd.
Van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, is niet gebleken.
Het verzet moet niet-ontvankelijk worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 november 2011.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
JL
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare l’ opposition contre la présente décision interjeté non-recevable.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons, en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 1 novembre 2011.