ECLI:NL:CRVB:2011:BU3305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J.Th. Wolleswinkel
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum disciplinair strafontslag en plichtsverzuim van ambtenaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep tegen het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Katwijk ongegrond werd verklaard. De ambtenaar, die werkzaam was bij de gemeentelijke werkplaats, kreeg op 4 december 2007 een disciplinaire straf in de vorm van ongevraagd ontslag, met ingang van 1 januari 2008, wegens plichtsverzuim gerelateerd aan strafrechtelijke veroordelingen. De ambtenaar maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond bij een besluit op 16 juni 2009. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop de ambtenaar in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 15 september 2011, waar de ambtenaar werd bijgestaan door zijn advocaat, werd de kwestie van de ingangsdatum van het ontslag besproken. De ambtenaar stelde dat het ontslag pas had mogen ingaan na het onherroepelijk worden van de strafrechtelijke veroordeling, die volgde op een arrest van de Hoge Raad van 18 januari 2011. Subsidiair stelde hij dat de datum van het bestreden besluit, 16 juni 2009, als ingangsdatum in aanmerking moest komen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat in de toepasselijke Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Katwijk (ARGK) niets was bepaald over de ingangsdatum van een strafontslag. Het college was niet verplicht om het ontslag te laten ingaan op de datum van de onherroepelijke veroordeling. De Raad bevestigde dat het college het ontslag had gehandhaafd na heroverweging in bezwaar en dat er geen grond was voor de stelling van de ambtenaar dat de ingangsdatum anders bepaald moest worden. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak bevestigd kon worden en dat er geen termen waren voor proceskostenvergoeding.