ECLI:NL:CRVB:2011:BU2990
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- T.G.M. Simons
- D.W.M. Kaldenhoven
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 18 mei 2011. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellante tegen een beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hogerberoepschrift te laat was ingediend. De laatste dag waarop het hogerberoepschrift tijdig kon worden ingediend was 27 oktober 2010, maar het poststempel op de enveloppe toonde aan dat het pas op 29 oktober 2010 was verzonden. De Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ook al had appellante de afhandeling van de procedure aan een familielid toevertrouwd, dat deze taak niet goed had uitgevoerd. De Raad benadrukte dat de gevolgen van het handelen of nalaten van derden in beginsel voor rekening komen van degene die zijn belangen aan die derden heeft toevertrouwd.
Tijdens de zitting op 27 september 2011 zijn partijen niet verschenen, ondanks voorafgaand bericht. De Raad heeft in zijn overwegingen bevestigd dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 1 november 2011.