ECLI:NL:CRVB:2011:BU2980
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- T.G.M. Simons
- D.W.M. Kaldenhoven
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 29 september 2010, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellant had verzet aangetekend omdat hij het griffierecht niet had betaald. Tijdens de zitting op 27 september 2011 heeft de gemachtigde van appellant, mr. P. Benders, aangevoerd dat appellant de Nederlandse taal slecht beheerst en dat de correspondentie met Duitsland, waar appellant woonde, vertraging had opgelopen. Hij verzocht de Raad om appellant de gelegenheid te geven het griffierecht alsnog te betalen.
De Raad heeft echter vastgesteld dat het griffierecht niet was betaald en heeft het verzet ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De eerdere uitspraak van de Raad van 29 september 2010 was gebaseerd op het feit dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan, ondanks dat appellant in de gelegenheid was gesteld om dit te doen. Appellant had weliswaar een deel van het griffierecht betaald, maar had geen beroep gedaan op betalingsonmacht en had ook niet aangevoerd dat hij de correspondentie niet tijdig had ontvangen.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten en de verantwoordelijkheden van appellanten in het proces. De Raad concludeerde dat appellant welbewust het griffierecht niet had betaald, wat leidde tot de ongegrondverklaring van het verzet.