ECLI:NL:CRVB:2011:BT6829
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Toekenning van militair invaliditeitspensioen en de beoordeling van psychische aandoeningen in relatie tot militaire dienst
In deze zaak gaat het om de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan appellant, die als beroepsmilitair in dienst was bij de Koninklijke Landmacht. Appellant, geboren in 1975, heeft van 1995 tot 1999 in militaire dienst gezeten en is in die periode uitgezonden naar Bosnië. Na zijn ontslag op 25 oktober 1999 heeft hij een uitkering ontvangen op basis van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR). In 2003 werd aan appellant een suppletie-uitkering toegekend, maar zijn aanvraag voor een militair invaliditeitspensioen werd afgewezen omdat zijn psychische aandoeningen niet in verband werden gebracht met zijn militaire dienst.
Appellant heeft tegen deze afwijzing beroep aangetekend, waarbij de rechtbank in 2005 oordeelde dat het besluit van de minister vernietigd moest worden en een nieuw besluit op bezwaar moest worden genomen. Na een nieuw Militair Geneeskundig Onderzoek (MGO) in 2006, werd vastgesteld dat appellant een partiële posttraumatische stressstoornis (PTSS) had, maar dat zijn andere psychische aandoeningen niet aan zijn militaire dienst gerelateerd konden worden. De minister heeft vervolgens in 2006 een invaliditeitspensioen toegekend, maar berekend naar een mate van invaliditeit van slechts 10%.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. De Raad concludeert dat er geen medische gegevens zijn die de conclusies van het MGO weerleggen. De Raad oordeelt dat de mate van invaliditeit van appellant niet is onderschat en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad wijst erop dat de psychische klachten van appellant niet uitsluitend voortkomen uit zijn militaire dienst, maar ook door andere levensomstandigheden zijn beïnvloed. De Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te vergoeden, aangezien er geen termen aanwezig zijn om dit te doen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep van appellant wordt afgewezen.