ECLI:NL:CRVB:2011:BT2543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- C.W.J. Schoor
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Beëindiging vrijwillige verzekering en afwijzing verzoek om verzekering op naam echtgenoot
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin haar verzoek om de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (Anw) op de naam van haar echtgenoot te stellen, werd afgewezen. Appellante, geboren op 2 april 1949, was gehuwd met [A.B.], geboren op 17 juli 1934. Na hun verhuizing naar Spanje in 2001, had appellante zich aangemeld voor de vrijwillige verzekering ingevolge de AOW en de Anw. In januari 2008 verzocht zij de Sociale verzekeringsbank (Svb) om de vrijwillige verzekering ingevolge de Anw te beëindigen. De Svb beëindigde de verzekering en verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, wat leidde tot de aangevallen uitspraak van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat appellante op de hoogte had moeten zijn van de noodzaak voor haar echtgenoot om zich te verzekeren, aangezien hij ouder was dan 65 jaar en derhalve niet in aanmerking kwam voor een uitkering ingevolge de Anw. Appellante voerde aan dat de Svb haar niet goed had geïnformeerd over de mogelijkheden en gevolgen van de vrijwillige verzekering. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de Svb geen onterechte verwachtingen had gewekt en dat appellante zelf verantwoordelijk was voor haar verzekeringskeuzes.
De Raad benadrukte dat de vrijwillige verzekering niet op naam van een ander kan worden gesteld en dat de Svb niet verplicht is om persoonlijke omstandigheden in overweging te nemen bij de beoordeling van aanvragen voor vrijwillige verzekering. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor duidelijkheid en verantwoordelijkheid bij het aangaan van verzekeringen, vooral in het kader van de Anw.