ECLI:NL:CRVB:2011:BR5412
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de weigering van kinderbijslag aan appellant door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 augustus 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat door mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn, advocaat, namens appellant was ingesteld. De zaak betreft de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag toe te kennen aan appellant voor de kwartalen vanaf het eerste kwartaal van 2008. De Svb had eerder besloten dat appellant niet verzekerd was krachtens de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en had de aanvraag om kinderbijslag afgewezen. Echter, na een arrest van de Hoge Raad op 8 april 2011, heeft de Svb haar standpunt herzien en aangegeven dat appellant vanaf het eerste kwartaal van 2000 verzekerd is onder de AKW.
Tijdens de zitting op 29 juli 2011 heeft de Svb verklaard dat zij de weigering van kinderbijslag voor de kwartalen in kwestie niet langer handhaaft. De Raad heeft vastgesteld dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit van de Svb niet in stand kunnen blijven. De Raad heeft de Svb opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met betrekking tot de aanspraak op kinderbijslag van appellant.
Daarnaast heeft de Raad de Svb veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.311,-, en heeft de Svb opgedragen het griffierecht van € 152,- aan appellant te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters.