ECLI:NL:CRVB:2011:BR5362
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2011 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Appellante, woonachtig in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2010. De Raad had eerder, op 4 februari 2011, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste datum voor indiening was 16 december 2010, maar het hogerberoepschrift was pas op 18 december 2010 ter post bezorgd en op 28 december 2010 ontvangen door de Raad.
Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak en verzocht om herziening van haar dossier. Tijdens de zitting op 8 augustus 2011 zijn partijen niet verschenen, inclusief de Sociale verzekeringsbank (Svb), die als tegenpartij fungeerde. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in haar verzetschrift geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. De Raad concludeert dat de termijnoverschrijding appellante kan worden verweten en dat het verzet ongegrond is.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2011.