ECLI:NL:CRVB:2011:BR5167

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-5800 WUBO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2011 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 24 januari 2011. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 2 juli 2010, waarbij zijn aanvraag niet-ontvankelijk was verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant verzet aangetekend, maar het verzet is behandeld op 8 augustus 2011, waarbij de Svb niet aanwezig was.

De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift, gedateerd op 2 mei 2011 en met poststempel van 7 juni 2011, pas op 14 juni 2011 bij de Raad is ontvangen. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift is overschreden. Appellant heeft aangevoerd dat hij de vermelding van de termijn voor verzet in de uitspraak van 24 januari 2011 over het hoofd heeft gezien. Echter, de Raad oordeelt dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat de wet enkel vereist dat het rechtsmiddel in de uitspraak wordt vermeld.

De Raad concludeert dat appellant zelf verantwoordelijk is voor het niet tijdig indienen van het verzetschrift. Daarom wordt het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden, aangezien de Svb niet is verschenen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.

Uitspraak

10/5800 WUBO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet in verband met het geding tussen:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (Nieuw-Zeeland), (hierna: appellant),
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 17 augustus 2011
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en artikel 17 van de Beroepswet van 24 januari 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde beroep tegen het besluit van (de rechtsvoorganger van) de Svb van 2 juli 2010, kenmerk BZ01162034, niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 24 januari 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 8 augustus 2011. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.C.M. van Berkel, advocaat te Sittard. De Svb is niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 24 januari 2011 berust op de overwegingen dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De uitspraak van de Raad van 24 januari 2011 is bij aangetekend verzonden brief van 3 februari 2011 verzonden aan het - juiste - adres van appellant. Het verzetschrift, gedateerd 2 mei 2011, met poststempel 7 juni 2011, is op 14 juni 2011 bij de Raad ontvangen. Daarmee staat vast dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift is overschreden.
Ter verontschuldiging van de termijnoverschrijding is aangevoerd dat appellant de vermelding onderaan de uitspraak van 24 januari 2011 dat tegen die uitspraak binnen dertien weken verzet kon worden gedaan, over het hoofd heeft gezien. In de brief van 3 februari 2011 is ten onrechte niet vermeld dat tegen de uitspraak van 24 januari 2011 verzet kon worden gedaan.
De Raad ziet hierin geen grond om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Artikel 8:77, eerste lid, aanhef en onder j, van de Awb schrijft (slechts) voor dat het rechtsmiddel in de uitspraak wordt vermeld. Dat appellant die vermelding niet (tijdig) heeft opgemerkt, komt voor zijn rekening en risico.
Het verzet dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2011.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
EV