ECLI:NL:CRVB:2011:BR5147
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep inzake WW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 8 december 2010, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Boot, had verzocht om verlenging van de termijn voor het indienen van de gronden van het hoger beroep. De Raad had appellant in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken de gronden aan te voeren, maar appellant heeft deze termijn overschreden zonder tijdig om uitstel te vragen.
De gemachtigde van appellant stelde in het verzetschrift dat hij de brief van de Raad van 28 oktober 2010, waarin de termijn was verlengd, niet had ontvangen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de brief op 30 oktober 2010 was afgeleverd en dat er geen bewijs was dat de brief niet was ontvangen. De Raad concludeerde dat het de gemachtigde duidelijk had moeten zijn dat hij een reactie van de Raad zou ontvangen op zijn verzoek om verlenging van de termijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige communicatie en het naleven van termijnen in bestuursrechtelijke procedures.