ECLI:NL:CRVB:2011:BR4296

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-3885 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Korting op AOW en toeslag wegens onverzekerde jaren

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in beroep ging tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over zijn AOW-pensioen en toeslag. Appellant, geboren op 1 juli 1944, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Svb waarin een korting van 86% op zijn AOW-pensioen en 58% op de AOW-toeslag voor zijn echtgenote was toegepast, vanwege 43 respectievelijk 29 niet-verzekerde jaren. De Svb had in haar besluit van 20 juli 2009 het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak.

De rechtbank Amsterdam had in een eerdere uitspraak op 17 juni 2010 het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de Svb voldoende onderzoek had verricht naar de verzekerde jaren van appellant en dat er geen relevante informatie was gevonden die de stelling van appellant kon onderbouwen. Appellant had tijdens de zitting op 24 juni 2011 niet laten blijken dat hij aanwezig zou zijn, terwijl de Svb zich liet vertegenwoordigen door A. van der Weerd.

In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat de aangevallen uitspraak onjuist was en dat de Svb opnieuw onderzoek moest doen. De Raad voor de Rechtspraak onderschreef echter de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant geen nieuwe informatie had ingebracht die de stelling dat het aantal verzekerde jaren onjuist was, kon onderbouwen. De Raad bevestigde daarom de eerdere uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

10/3885 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2010, 09/3621 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 5 augustus 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft verwezen naar het verweerschrift dat bij de rechtbank is ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 juni 2011. Appellant is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door A. van der Weerd.
II. OVERWEGINGEN
1. De Svb heeft appellant (geboren 1 juli 1944) bij besluit van 1 april 2009 op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) vanaf juli 2009 een pensioen en een toeslag toegekend. Daarbij heeft de Svb een korting toegepast op het pensioen van appellant van 86% wegens 43 niet verzekerde jaren. Op de AOW-toeslag voor zijn echtgenote heeft de Svb een korting toegepast van 58% wegens 29 niet verzekerde jaren. Het bezwaar van appellant hiertegen heeft de Svb bij besluit van 20 juli 2009 (hierna: het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit op bezwaar ongegrond verklaard omdat de Svb voldoende onderzoek heeft verricht en uit het onderzoek niet meer verzekerde jaren zijn gebleken. De Svb heeft navraag gedaan bij de door appellant genoemde werkgevers en het pensioenfonds. Verder heeft de Svb navraag gedaan bij de gemeente Utrecht en heeft de Svb het schakelregister geraadpleegd. Er is niet gebleken van voor eiser relevante informatie.
3. In hoger beroep heeft appellant zich op het standpunt gesteld dat de aangevallen uitspraak onjuist is en dat de Svb opnieuw onderzoek moet doen.
4.1. De Raad onderschrijft de ter zake door de rechtbank in de aangevallen uitspraak gebezigde overwegingen en maakt deze geheel tot de zijne. Appellant heeft geen informatie ingebracht die aanknopingspunten biedt voor de stelling dat het door de Svb voor appellant vastgestelde aantal verzekerde jaren onjuist zou zijn. Noch heeft appellant aangegeven welke tijdvakken naar zijn oordeel onjuist zouden zijn beoordeeld.
4.2. Gelet op het vorenstaande slaagt het hoger beroep van appellant niet. De aangevallen uitspraak zal daarom worden bevestigd.
4.3. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van M.R. van der Vos als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2011.
(get.) E.E.V. Lenos.
(get.) M.R. van der Vos.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip kring van verzekerden.
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos en présence de M.R. van der Vos en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 5 août 2011.
Les parties disposent d’un délai de six semaines à compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas : Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, NL 2500 EH ’s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion de groupe d’assurés.