ECLI:NL:CRVB:2011:BR1135
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAJONG-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juli 2011 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 29 september 2010, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante, vertegenwoordigd door mr. E. Yeniasci, had verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring, omdat zij stelde dat de uitspraak niet tijdig was ontvangen. De Raad heeft vastgesteld dat de aangevallen uitspraak op 7 april 2010 per aangetekende brief was verzonden naar de toenmalige gemachtigde van appellante. Volgens informatie van TNT Post was de brief op 8 april 2010 aangeboden, maar niet terugontvangen door de rechtbank. De gemachtigde van appellante had op 18 mei 2010 contact opgenomen met de rechtbank, waarna een kopie van de uitspraak op 21 mei 2010 was verzonden.
De Raad oordeelde dat het op de weg van de geadresseerde lag om aan te tonen dat er geen sprake was van een regelmatige aanbieding door TNT Post. De argumenten van de gemachtigde werden niet als toereikend beschouwd. De Raad concludeerde dat de termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift op 19 mei 2010 was verstreken en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.