ECLI:NL:CRVB:2011:BQ9161
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2011 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 28 december 2010, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant had zijn hogerberoepschrift gedateerd op 16 september 2010, maar het poststempel op de enveloppe gaf aan dat deze pas op 21 september 2010 was verzonden. De laatste dag voor het indienen van het hogerberoepschrift was 17 september 2010. De Raad oordeelde dat de enkele verklaring van appellant dat hij het hogerberoepschrift enkele dagen voor het verstrijken van de termijn had verzonden, niet voldoende was om aan te tonen dat het hogerberoepschrift tijdig was ingediend. De Raad baseerde zich op de vaste rechtspraak dat de datum van verzending van een brief wordt vastgesteld aan de hand van het poststempel, tenzij de afzender kan bewijzen dat de brief eerder ter post is bezorgd. Aangezien appellant niet in verzuim was, werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding om appellant te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op 7 juni 2011.