ECLI:NL:CRVB:2011:BQ4708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- K.J. Kraan
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in geschil over verrekening bovenwettelijke werkloosheidsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in beroep was gegaan tegen een beslissing van de rechtbank Maastricht. De rechtbank had op 7 augustus 2009 een uitspraak gedaan in een geschil over de verrekening van een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering met een ontbindingsvergoeding. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank onbevoegd was om over deze kwestie te oordelen, omdat er geen publiekrechtelijke grondslag voor de verrekeningskwestie bestond. Dit betekent dat de rechtbank zich had moeten verklaren voor onbevoegd. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en de rechtbank onbevoegd verklaard.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, als rechtsopvolger van de Centrale organisatie werk en inkomen, appellant onterecht had geïnformeerd over de toepasselijkheid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor heeft de Raad besloten dat de Raad van bestuur in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld, met een totaalbedrag van € 1.449,- aan kosten van rechtsbijstand en een vergoeding van het griffierecht van € 262,-. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste rechtsgang in geschillen over sociale zekerheidsrecht.