ECLI:NL:CRVB:2011:BQ0245
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Wijziging van bijstandsuitkering met arbeidsverplichtingen rekening houdend met medische beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage ongegrond werd verklaard. Appellant ontvangt sinds geruime tijd bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College heeft op basis van een medisch onderzoek door DetaPlanning, uitgevoerd door verzekeringsarts P. Wessels, besloten om de bijstandsuitkering van appellant te wijzigen. Dit besluit houdt in dat de arbeidsverplichtingen voor appellant van toepassing zijn, rekening houdend met zijn medische beperkingen. De verzekeringsarts concludeerde dat appellant, ondanks zijn hartklachten, in staat is om lichte werkzaamheden te verrichten, met een inzet van 20 uur per week, die kan worden uitgebreid naar 32 uur per week na een half jaar.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het College heeft dit bezwaar ongegrond verklaard, waarbij het zich baseerde op adviezen van arts A. Teunissen van de GGD. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing afgewezen, waarna appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het College niet vertegenwoordigd was.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het College zijn besluitvorming terecht heeft gebaseerd op de medische adviezen van de GGD. De Raad oordeelt dat appellant niet met objectieve medische gegevens heeft aangetoond dat hij meer of ernstigere klachten heeft dan door de GGD-arts is vastgesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 5 april 2011.