ECLI:NL:CRVB:2011:BQ0114
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2011 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 24 november 2010, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De aanleiding voor het verzet was de stelling van appellant dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de betalingstermijn voor het griffierecht. De Raad overweegt dat appellant op basis van een brief van de griffier van 6 september 2010 mocht afleiden dat de termijn voor betaling was aangevangen op 7 september 2010. Appellant heeft op 11 september 2010 een verzoek tot betalingsregeling ingediend, wat door de Raad als tijdig wordt beschouwd. Hierdoor wordt het verzet gegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van 24 november 2010 vervalt. De Raad stelt appellant in de gelegenheid om het verschuldigde griffierecht binnen acht weken te voldoen, waarbij de griffier zowel aangetekend als niet-aangetekend zal verzenden. De Raad heeft geen kosten van appellant vastgesteld die voor een proceskostenveroordeling in aanmerking komen.