ECLI:NL:CRVB:2011:BP8908
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens betalingsproblemen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2011 uitspraak gedaan over een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De aanleiding voor het verzet was dat het griffierecht niet tijdig was bijgeschreven op de rekening van de Raad, wat leidde tot de conclusie dat appellante in verzuim was. De uitspraak van 16 februari 2011 stelde dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald, maar na het indienen van het verzet bleek dat de betaling op 12 januari 2011 wel degelijk tijdig was gedaan. Echter, appellante had geen zaaknummer vermeld en een onjuist betalingskenmerk gebruikt, waardoor de Raad ten onrechte aannam dat de betaling betrekking had op een andere zaak. Dit leidde tot de onterechte terugstorting van het griffierecht aan appellante.
De Raad heeft in het verzet geoordeeld dat de eerdere uitspraak niet juist was en dat het griffierecht tijdig was voldaan, ondanks de administratieve fouten. De uitspraak van 16 februari 2011 is dan ook vervallen en het onderzoek wordt voortgezet. Appellante krijgt een nieuwe termijn om het griffierecht van € 111,- te voldoen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de kosten van het verzet. Deze uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.