ECLI:NL:CRVB:2011:BP6416
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- O.L.H.W.I. Korte
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op basis van bankafschriften
In deze zaak gaat het om de herziening, intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 31 augustus 1995 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden heeft op 5 november 2008 een besluit genomen waarin het bezwaar tegen een eerder besluit van 23 oktober 2007 gedeeltelijk gegrond werd verklaard. Dit leidde tot een herziening van het recht op bijstand over de periode van 1 januari 2004 tot en met 13 juni 2007, op basis van bankafschriften die door appellanten waren overgelegd. De terugvordering van bijstand werd beperkt tot € 13.036,98 voor deze periode, terwijl voor de periode van 1 juli 1997 tot en met 31 december 2003 een bedrag van € 100.562,63 werd vastgesteld.
De rechtbank Dordrecht verklaarde het beroep tegen het besluit van 5 november 2008 ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen. Tijdens de zitting op 11 januari 2011 werd duidelijk dat de Bestuurscommissie erkende dat het eerdere besluit niet kon worden gehandhaafd, omdat er geen rekening was gehouden met de op 27 juni 2008 overgelegde bankafschriften. De Raad heeft vervolgens vastgesteld dat de herziening en terugvordering van bijstand over de maanden september 2002, januari, februari, juni, juli, september, oktober en december 2003 en de intrekking van bijstand over mei 2003 gerechtvaardigd waren.
De Raad heeft het besluit van 5 november 2008 vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Tevens werd de Bestuurscommissie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 1.288,-- en het terugbetalen van het griffierecht van € 150,--. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2011.