ECLI:NL:CRVB:2011:BP6187
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van medische grondslag en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een WIA-uitkering toe te kennen, werd bevestigd. Appellant, die zich op 15 augustus 2005 ziek meldde met psychische klachten, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv dat na afloop van de wachttijd geen recht op uitkering was ontstaan. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de (bezwaar)verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, geschikt waren voor appellant.
Tijdens de zitting heeft appellant aangevoerd dat hij niet in staat is om te werken vanwege zijn psychische klachten, waaronder depressie en angst voor contact met anderen. Hij betwistte de geschiktheid van de geduide functies, zoals inpakker en huishoudelijk medewerker, en voerde aan dat deze functies niet passen bij zijn belastbaarheid. De bezwaarverzekeringsarts had echter in eerdere rapportages geconcludeerd dat appellant in staat was om deze functies te vervullen, en de Raad vond geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het bestreden besluit voldoende onderbouwd waren. De Raad concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de geschiktheid van de functies en dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad zag ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 25 februari 2011.