ECLI:NL:CRVB:2011:BP2011
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Weigering nabetaling op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2011 uitspraak gedaan over de weigering van nabetaling van een vergoeding op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). Appellante, geboren in 1931 in het voormalig Nederlands-Indië, was in 1984 erkend als vervolgde en had in 1995 een vergoeding ontvangen voor extra huishoudelijke hulp. In 2009 werd echter geconstateerd dat deze vergoeding na december 1997 niet meer was uitbetaald. Appellante verzocht verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, om nabetaling voor de periode van 1 januari 1998 tot en met 30 april 2007. Verweerster wees dit verzoek af, met uitzondering van een vergoeding voor de periode van 1 december 2004 tot 1 mei 2007, omdat de aanspraken voor de periode vóór december 2004 waren verjaard.
De Raad oordeelde dat de rechtsvordering tot uitbetaling van financiële aanspraken jegens de overheid na een termijn van vijf jaren niet meer afdwingbaar is, en dat deze regel ook van toepassing was op de publiekrechtelijke aanspraken van appellante. De stelling van appellante dat de verjaring was gestuit, werd niet aanvaard, omdat de inhoud en strekking van de declaratie onvoldoende waren komen vast te staan. De Raad concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat zij een stuitingshandeling had verricht, en dat de weigering van verweerster om na te betalen op goede gronden was gehandhaafd. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en R. Kooper en G.L.M.J. Stevens als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.