ECLI:NL:CRVB:2011:1299
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Opschorting van bijstand en verblijf in het buitenland onder de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om de opschorting van bijstand aan appellante, die haar inlichtingenformulier niet tijdig heeft ingeleverd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet kan worden vrijgesteld van deze verplichting, aangezien niet is aangetoond dat haar dit niet te verwijten valt. Daarnaast heeft appellante langer dan 13 weken in het buitenland verbleven, wat in strijd is met de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad concludeert dat er onvoldoende grond is om aan te nemen dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijstandsverlening rechtvaardigt. De rechtbank had eerder de uitspraak van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam vernietigd, maar de Raad bevestigt nu de rechtsgevolgen van die uitspraak. De Raad stelt vast dat appellante niet in behoeftige omstandigheden is komen te verkeren die niet op andere wijze verholpen konden worden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.