ECLI:NL:CRVB:2010:BP0472

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/6351 WAO + 09/5815 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.C. Schoemaker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch inzake WAO-uitkering

In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. N.A.P. Heesterbeek, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 12 september 2008. De rechtbank had in die uitspraak een beslissing genomen over de WAO-uitkering van appellant. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft in het hoger beroep een nieuw besluit op bezwaar genomen op 9 oktober 2009, dat volledig tegemoetkwam aan de eisen van appellant. Hierdoor was er geen geschil meer tussen partijen, en had appellant geen belang meer bij een oordeel van de Raad over de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 december 2010 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat het Uwv volledig aan de vorderingen van appellant heeft voldaan. Daarnaast is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 322,- voor de kosten van rechtsbijstand. Ook is bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 107,- vergoedt. De uitspraak is gedaan door R.C. Schoemaker, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

08/6351 WAO
09/5815 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 12 september 2008 , 07/3281 en 08/633 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 28 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. N.A.P. Heesterbeek, advocaat te Helmond, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft het Uwv een nieuw besluit op bezwaar van 9 oktober 2009 genomen.
Bij brief van 29 oktober 2009 heeft het Uwv aan de Raad een op 29 oktober 2009 gedateerde gewijzigde beslissing op bezwaar doen toekomen.
Partijen hebben desgevraagd toestemming verleend behandeling ter zitting achterwege te laten.
II. OVERWEGINGEN
Bij besluit van 29 oktober 2009 heeft het Uwv opnieuw en finaal op het bezwaar van appellant beslist. Dit besluit komt geheel tegemoet aan het in (hoger)beroep gevorderde. Tussen partijen bestaat gezien de inhoud van dit besluit geen geschil meer. Derhalve heeft appellant geen belang meer bij een oordeel van de Raad over de aangevallen uitspraak. Het hoger beroep zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Raad ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 322,- voor kosten van verleende rechtsbijstand in hoger beroep.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 322,-;
Bepaalt dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 107,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Schoemaker, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 december 2010.
(get.) R.C. Schoemaker.
(get.) C. de Blaeij.
RB